TIJDVANHETJAAR

11 november

Ik koester een droom

dat de mensen eens zullen opstaan
en zullen inzien dat ze  geschapen zijn
om als broers en zussen te leven met elkaar.


Ik heb een droom dat op een dag
de rechtvaardigheid neerstroomt als water
en dat gerechtigheid vloeit als een stroom.


Ik koester een droom
dat eens op een dag alle oorlogen eindigen
dat mensen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot een snoeimes,
dat volkeren niet meer tegen elkaar opstaan
en dat niemand meer aan oorlog denkt.


Wij hebben een droom
dat we met dit geloof in staat zijn
de wanhoop te verdragen
en nieuw licht te brengen
in de duistere momenten van pessimisme.


Wij dragen een droom in ons
dat we de dag naderbij kunnen brengen
waarop er vrede zal zijn op aarde
en goede wil in alle mensen.


Die dag zal een gloriedag zijn
en alle kinderen Gods zullen er zich over verheugen.